Inschrijven nieuwsbrief
Schrijft u zich hier alvast in voor onze nieuwsbrief. Deze wordt nog gelanceerd, maar zo bent u er alvast als eerste bij.
Actueel
Bekijk hieronder het laatste nieuws.
Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden? Schrijft u zich dan in voor onze nieuwsbrief via het formulier op deze pagina.
Inschrijven nieuwsbrief
Schrijft u zich hier alvast in voor onze nieuwsbrief. Deze wordt nog gelanceerd, maar zo bent u er alvast als eerste bij.
Met deze nieuwe regels blijft werken voor jongeren veilig. Ook kan de Arbeidsinspectie op deze manier beter toezicht houden op werken in horecaruimtes door kinderen tot 16 jaar. Tegelijkertijd bieden de regels jongeren meer mogelijkheden...
Met deze nieuwe regels blijft werken voor jongeren veilig. Ook kan de Arbeidsinspectie op deze manier beter toezicht houden op werken in horecaruimtes door kinderen tot 16 jaar.
Tegelijkertijd bieden de regels jongeren meer mogelijkheden om werkervaring op te doen in een bijbaan of vakantiebaan, zonder dat het ten koste gaat van hun rust en schoolwerk.
Het aantal bedrijven dat een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) heeft, neemt toe. Zo'n inventarisatie is verplicht voor iedere werkgever met personeel in dienst. In een RI&E leggen werkgevers vast met welke arbeidsrisico's hun werknemers te...
Het aantal bedrijven dat een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) heeft, neemt toe. Zo'n inventarisatie is verplicht voor iedere werkgever met personeel in dienst. In een RI&E leggen werkgevers vast met welke arbeidsrisico's hun werknemers te maken kunnen krijgen. En welke maatregelen nodig zijn om deze risico's te voorkomen of te verminderen. Het is belangrijk om dit in kaart te brengen, zodat de werkgever maatregelen neemt en werknemers gezond en veilig kunnen werken. Maar niet alle RI&E's worden goed uitgevoerd; een derde scoort onvoldoende op kwaliteit.
Hoe? Lees ons recent geüpdate Dossier Risico-inventarisatie en -evaluatie via de knop meer informatie hierboven.
Bron: NLA
Wil jij als hoofdredacteur van het Tijdschrift voor toegepaste Arbowetenschap (TtA) een waardevolle bijdrage leveren aan het vakgebied? Klik voor de volledige vacature-tekst op Meer informatie. Meer informatie over het TtA is te vinden via het...
De SER heeft na de inventarisatie tijdens het jubileumevent in december 2023 een eerste samenvatting gegeven van de tips en ideeën die tijdens die bijeenkomst verzameld zijn. Interessant zijn vooral de ideeën voor professionalisering van de...
De SER heeft na de inventarisatie tijdens het jubileumevent in december 2023 een eerste samenvatting gegeven van de tips en ideeën die tijdens die bijeenkomst verzameld zijn.
Interessant zijn vooral de ideeën voor professionalisering van de arboprofessional:
- Train de adviesvaardigheden van arbodeskundigen;
- Zorg voor meer voorlichting;
- Werk aan multidisciplinaire teams met verschillende perspectieven en ambassadeurs;
- Betrek hoger management actief bij arbobeleid;
- Laat arbodiensten/arbozorgverleners meer inzetten op nazorg van adviezen;
- Positioneer de preventiemedewerker beter in het bedrijf en zorg ervoor dat deze de juiste kennis/opleiding heeft;
- Zorg dat betrokkenen bij veilig en gezond werken meer ervaringen met elkaar delen om van elkaar te leren.
Lees het complete advies via de knop Meer informatie
Te veel werkenden in Nederland hebben te maken met grensoverschrijdend gedrag. Daarom hebben werkgevers- en werknemersorganisaties vanuit de Stichting van de Arbeid een gezamenlijke aanpak ontwikkeld tegen grensoverschrijdend gedrag. Dat gebeurde in nauwe...
Te veel werkenden in Nederland hebben te maken met grensoverschrijdend gedrag. Daarom hebben werkgevers- en werknemersorganisaties vanuit de Stichting van de Arbeid een gezamenlijke aanpak ontwikkeld tegen grensoverschrijdend gedrag. Dat gebeurde in nauwe samenwerking met het bureau van de regeringscommissaris Seksueel grensoverschrijdend gedrag.
De aanpak resulteert onder andere in het nieuwe online dossier ‘Grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer’ op het SER Arboplatform. Daar kunnen zowel werkenden, ondernemers als arboprofessionals terecht voor informatie, hulpmiddelen en handreikingen over het herkennen van dit gedrag, de wettelijke regels en maatregelen. Ook biedt het nieuwe dossier praktische handvatten voor gevallen waarin grensoverschrijdend gedrag toch voorkomt.
Bron: SER
Het is zover: het Tijdschrift voor toegepaste Arbowetenschap is beschikbaar via ons Arbokennisnet. Zo is niet alleen alle arbokennis, maar ook alle arbowetenschap beschikbaar op één plek. Sommige zaken zijn zo logisch dat ze verder geen toelichting...
Het is zover: het Tijdschrift voor toegepaste Arbowetenschap is beschikbaar via ons Arbokennisnet. Zo is niet alleen alle arbokennis, maar ook alle arbowetenschap beschikbaar op één plek. Sommige zaken zijn zo logisch dat ze verder geen toelichting behoeven.
Klik op Meer informatie en blader rustig rond in alle jaargangen.
De richtlijn Isolatie richt zich op de huidige maatstaven voor passende zorg om verspreiding van infectieziekten of (potentieel) pathogene micro-organismen zoveel mogelijk te voorkomen. De richtlijn Isolatie betreft de herziening van de zogenaamde...
De richtlijn Isolatie richt zich op de huidige maatstaven voor passende zorg om verspreiding van infectieziekten of (potentieel) pathogene micro-organismen zoveel mogelijk te voorkomen.
De richtlijn Isolatie betreft de herziening van de zogenaamde WIP-richtlijnen ‘Indicaties voor isolatie’, ‘Bouw- en inrichtingseisen: Ventilatie isolatiekamers’, ‘Aerogene isolatie’, ‘Aerogene isolatie kinderen’, ‘Contactisolatie’, ‘Contactisolatie kinderen’, ‘Druppelisolatie’, ‘Druppelisolatie kinderen’, ‘Strikte isolatie’, ‘Strikte isolatie kinderen’, ‘Onderzoek en behandeling van geïsoleerde patiënten’ en ‘Waterpokken’.
Deze richtlijnen zijn samengevoegd tot één overkoepelende richtlijn isolatie die voor de verschillende zorgdomeinen toepasbaar is. Met het uitbrengen van deze richtlijn komen bovengenoemde richtlijnen te vervallen.
Lees de volledige Richtlijn Isolatie
Naast de richtlijn isolatie is ook de richtlijn Handhygiëne & Persoonlijke hygiëne medewerker gepubliceerd. Deze richt zich op de methode van en de middelen voor handhygiëne en de te nemen maatregelen op het gebied van persoonlijke hygiëne door de zorgmedewerker.
Ook de richtlijn Reiniging en desinfectie van ruimten is gepubliceerd. Deze richtlijn geeft advies voor medisch-specialistische zorg, de langdurige zorg en de publieke gezondheidszorg.
Het SRI (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie) zorgt voor kwalitatief hoogwaardige richtlijnen over infectiepreventie voor de drie zorgdomeinen: de medisch-specialistische zorg, de langdurige zorg en de openbare gezondheidszorg. De richtlijnen zijn toegankelijk voor zorgprofessionals, beroeps- en brancheverenigingen en patiënten/cliënten en hun mantelzorgers of vertegenwoordigers.
Bron: NVvA
De leidraad beschrijft de organisatiebrede aanpak van mentale gezondheid op het werk. Deze aanpak is een hulpmiddel voor professionals en maakt duidelijk met welk doel, op welke niveaus en onder welke voorwaarden je acties inzet. Met deze acties kun je...
De leidraad beschrijft de organisatiebrede aanpak van mentale gezondheid op het werk. Deze aanpak is een hulpmiddel voor professionals en maakt duidelijk met welk doel, op welke niveaus en onder welke voorwaarden je acties inzet. Met deze acties kun je mentale klachten voorkomen, optimaliseer je de mentale gezondheid en ondersteun je bij klachten. Het creëren van draagvlak is nodig voor een succesvolle implementatie. De leidraad geeft aanbevelingen en praktijkvoorbeelden over wat je op elk niveau in de organisatie kunt doen voor mentale gezondheid. Ook vind je verwijzingen naar interventie-overzichten.
Waarom deze leidraad?
Maar liefst 20% van de werknemers gaf in 2022 aan dat zij mentale klachten, in het bijzonder burn-outklachten, ervaren (NEA, 2022). Langdurige mentale klachten kunnen leiden tot verzuim én zijn een behoorlijke kostenpost. Met de organisatiebrede aanpak kun je proactief aan de slag met de mentale gezondheid van werknemers.
Totstandkoming?
In het kader van de landelijke aanpak ‘mentale gezondheid: van ons allemaal’ vertaalde het Trimbos-instituut -, recente (inter)nationale richtlijnen naar een organisatiebrede aanpak. Dit gebeurde met inbreng van experts van de Beroepsvereniging Arbeids- & organisatiedeskundigen (BA&O), de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) en kenniskring Psychosociale Arbeidsbelasting (PSA) ism TNO.
Klik op Meer informatie om de complete leidraad te downloaden.
Bron: Trimbos Instituut
De afgelopen periode hebben we hard gewerkt aan het updaten van een aantal sterk verouderde dossiers, zoals: Arbodienstverlening en Zwangerschap en werk. Niet lang geleden zijn al updates gepubliceerd van: Elektrische veiligheid - laagspanning...
De afgelopen periode hebben we hard gewerkt aan het updaten van een aantal sterk verouderde dossiers, zoals:
Niet lang geleden zijn al updates gepubliceerd van:
Elektrische veiligheid - laagspanning
Elektrische veiligheid - midden- en hoogspanning
Ook interesse in het updaten van een dossier of samenstellen van een nieuw dossier? Klik op Meer informatie en neem contact met ons op.
Goed voorouderschap vraagt dat we de opgaven van vandaag niet doorschuiven naar volgende generaties. Die gedachte ligt ten grondslag aan de nieuwe doelstelling van de SER: "het bevorderen van brede welvaart waar samenleving, economie en milieu in balans...
Goed voorouderschap vraagt dat we de opgaven van vandaag niet doorschuiven naar volgende generaties. Die gedachte ligt ten grondslag aan de nieuwe doelstelling van de SER: "het bevorderen van brede welvaart waar samenleving, economie en milieu in balans zijn, hier en nu, later en elders".
Ondernemerschap en waardig werk
Om brede welvaart te creëren, is economische activiteit nodig: innovatie, ondernemerschap en werk. Dat werk moet op een waardige manier gebeuren. Daarom richt de SER zich op optimale (arbeids) participatie, een leven lang ontwikkelen, maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame medezeggenschap.
Grote uitdagingen
Dat de SER juist nu de doelstelling heeft herzien, komt voort uit de grote uitdagingen waar de samenleving voor staat: het klimaat, de biodiversiteit, de leefomgeving, de digitalisering, de sociale ongelijkheid en een laagproductieve economie. In Nederland, maar ook wereldwijd, groeit het besef dat beleid zich veel meer moet richten op wat belangrijk is voor het menselijk welzijn en voor een leefbare planeet.
Klik op Meer informatie om het hele bericht van de SER te lezen.
In het vakblad Arbo/Arbo online schrijft Wim van Alphen (tevens auteur van verschillende dossiers van het Arbokennisnet) over de - soms gebrekkige - meerwaarde van het multidisciplinair overleg (MDO). De wet omschrijft het als volgt: "De arbodienst...
In het vakblad Arbo/Arbo online schrijft Wim van Alphen (tevens auteur van verschillende dossiers van het Arbokennisnet) over de - soms gebrekkige - meerwaarde van het multidisciplinair overleg (MDO).
De wet omschrijft het als volgt:
"De arbodienst zorgt ervoor dat de vier kerndeskundige disciplines minimaal éénmaal per jaar multidisciplinair overleg hebben. Dit overleg agendeert onderwerpen betreffende de verbetering van de klant- en cliëntgerichte dienstverlening, procesverbetering en multidisciplinaire samenwerking."
Op de praktische én meerwaarde creërende voorwaarden voor MDO gaat Van Alphen in het artikel dieper in.
In Vakblad Arbo/Arbo-online schrijft auteur Wim van Alphen (tevens auteur van verschillende dossiers van het Arbokennisnet) over de - in sommige gevallen ontbrekende - meerwaarde van multidisciplinair overleg (MDO). De wet omschrijft het als volgt: ...
In Vakblad Arbo/Arbo-online schrijft auteur Wim van Alphen (tevens auteur van verschillende dossiers van het Arbokennisnet) over de - in sommige gevallen ontbrekende - meerwaarde van multidisciplinair overleg (MDO).
De wet omschrijft het als volgt:
"De arbodienst zorgt ervoor dat de vier kerndeskundige disciplines minimaal één maal per jaar multidisciplinair overleg hebben. Dit overleg agendeert onderwerpen betreffende de verbetering van de klant- en cliëntgerichte dienstverlening, procesverbetering en multidisciplinaire samenwerking."
Op de praktische én meerwaarde creërende invulling daarvan gaat Van Alphen in het artikel verder in.
Het SER Arboplatform bestond 5 jaar en dat is gevierd met een jubileumbijeenkomst. De centrale vraag was hoe alle betrokkenen bij arbeidsomstandighedenbeleid nog beter en effectiever kunnen inzetten op ‘preventie’. Goed arbobeleid begint bij...
Het SER Arboplatform bestond 5 jaar en dat is gevierd met een jubileumbijeenkomst. De centrale vraag was hoe alle betrokkenen bij arbeidsomstandighedenbeleid nog beter en effectiever kunnen inzetten op ‘preventie’.
Goed arbobeleid begint bij immers preventie: voorkomen dat mensen door hun werk en/of arbeidsomstandigheden gezondheidsschade oplopen. Het startpunt daarbij is de RI&E.
Meer informatie is te vinden op de website van de SER.
In 2018 is het 5-jarige programma Preventie Beroepsziekten (PPBZ) gestart met de aandacht voor het thema gevaarlijke stoffen. In 2020 is daar fysieke belasting aan toegevoegd, aanvankelijk met de focus op zwaar werk. Een jaar later startte de deelcampagne...
In 2018 is het 5-jarige programma Preventie Beroepsziekten (PPBZ) gestart met de aandacht voor het thema gevaarlijke stoffen. In 2020 is daar fysieke belasting aan toegevoegd, aanvankelijk met de focus op zwaar werk. Een jaar later startte de deelcampagne gericht op fysieke onderbelasting, met name het verminderen van zitten.
Dit eindrapport blikt terug op een deel van de initiatieven die in het kader van dit programma zijn ondernomen.
Terugkijkend naar 2022 was het een goed en actief jaar voor de NVAB. Met een nieuwe voorzitter. Boyd Thijssens nam de voorzittershamer over van Gertjan Beens, die de NVAB door de coronajaren loodste. En met meer mogelijkheden om als leden met elkaar in...
Terugkijkend naar 2022 was het een goed en actief jaar voor de NVAB. Met een nieuwe voorzitter. Boyd Thijssens nam de voorzittershamer over van Gertjan Beens, die de NVAB door de coronajaren loodste. En met meer mogelijkheden om als leden met elkaar in gesprek te gaan, met nu naast de al vertrouwde Vraagbaak, het maandelijkse inloopspreekuur en het nieuwe ledenportaal MijnNVAB.
In het jaarverslag zelf (klik op de button 'meer informatie') vind je nog veel meer activiteiten en initiatieven, met directe links naar meer informatie.
Wereldwijd worden wetenschappers bedreigd, met grote gevolgen voor deze onderzoekers zelf – én voor de samenleving. Onderzoekers die zich bezighouden met de belangrijkste mondiale uitdagingen van deze tijd, zoals de klimaatcrisis, de volksgezondheid, en...
Wereldwijd worden wetenschappers bedreigd, met grote gevolgen voor deze onderzoekers zelf – én voor de samenleving. Onderzoekers die zich bezighouden met de belangrijkste mondiale uitdagingen van deze tijd, zoals de klimaatcrisis, de volksgezondheid, en sociale ongelijkheid, worden vaak onder druk gezet. Zij voelen zich niet langer vrij om te bestuderen wat zij willen, en om naar buiten te treden met hun resultaten.
Verontrustende cijfers
Uit een kleinschalige peiling bleek dat 43 procent van de Nederlandse wetenschappers in de afgelopen vijf jaar wel eens is bedreigd, uitgescholden of op een andere manier is geïntimideerd na een publiek optreden. In Nederland worden inmiddels stappen gezet om de situatie te verbeteren. Zo richtten Universiteiten van Nederland, het KNAW en NWO vorig jaar het platform WetenschapVeilig op, waar bedreigde academici zich kunnen melden. Daarnaast publiceerde UNL een handreiking voor wetenschappelijke werkgevers en werknemers om bedreigingen aan te pakken.
Mondiale cijfers tonen een vergelijkbare, zorgelijke trend. Zo rapporteerde Scholars at Risk dat maar liefst 431 onderzoekers sinds begin 2020 het slachtoffer zijn van geweld, soms met dodelijke afloop, of dat ze worden vermist. Een grootschalige peiling van UniSafe onder 46 Europese universiteiten wees uit dat binnen de academie met name vrouwen, personen van kleur, mensen met een beperking, en mensen die zich identificeren als LGBTQ+ te maken krijgen met ontoelaatbaar gedrag, intimidatie en geweld. De veiligheid van wetenschappers is dan ook bij uitstek een internationale opgave.
Wereldwijde dialoog
Als wetenschapsorganisatie van de Verenigde Naties maakt Unesco internationale plannen voor het garanderen van de veiligheid van wetenschappers. In samenwerking met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij Unesco en de Nederlandse Unesco Commissie wordt een internationale dialoog opgestart. Bij Unesco kan een netwerk van experts het onderwerp blijvend op de agenda zetten. Door dataverzameling kan de omvang van het probleem beter worden ingeschat, en kunnen beleidsmakers van de 193 lidstaten ervaringen uitwisselen en aan de slag met concrete aanbevelingen.
Het programma in 2023
Op 19 en 21 juni werden reeds twee wetenschapsdialogen (science dialogues) gehouden met internationale experts, over de thema’s gender en kwetsbare groepen, en online haat en de rol van sociale media. Op 3 oktober volgt een internationale beleidsdialoog (policy dialogue), geleid door professor Janneke Gerards, hoogleraar fundamentele rechten aan de Universiteit Utrecht en voorzitter van de KNAW Commissie voor de Vrijheid van Wetenschapsbeoefening. Op 9 november, tijdens de Algemene Conferentie van Unesco in Parijs, zal minister Robbert Dijkgraaf samen met ministers uit andere landen zijn collega’s oproepen blijvend aandacht te besteden aan dit belangrijke onderwerp. Ook krijgen beleidsmakers een eerste overzicht van het probleem, de oorzaken, en mogelijke oplossingen aangereikt. Zo kunnen zij zorgen voor een toekomst waarin wetenschappers hun werk in veiligheid kunnen doen.
Sinds 2003 houdt het RIVM zich bezig met de analyse van meldingsplichtige arbeidsongevallen in Nederland. Sinds 2020 worden ongevalsgegevens vastgelegd en geanalyseerd in de Monitor Leren van Ongevallen (MLvO). De Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) zet de...
Sinds 2003 houdt het RIVM zich bezig met de analyse van meldingsplichtige arbeidsongevallen in Nederland. Sinds 2020 worden ongevalsgegevens vastgelegd en geanalyseerd in de Monitor Leren van Ongevallen (MLvO). De Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) zet de MLvO-vragenlijst standaard in het reguliere arbeidsonderzoek in als een zaak wordt afgesloten. Inmiddels zijn de gegevens over 2020 en 2021 verzameld en onderzocht.
De eerste informatiekaart gaat over ‘contact met de bewegende delen van een machine’. In totaal zijn er 389 ongevallen van dit type onderzocht. Dat is ongeveer 16 procent van de ongevallen die nu in de MLvO staan. De informatiekaart beschrijft de activiteiten en werkzaamheden van het slachtoffer vlak voor het ongeval, de relevante veiligheidsmaatregelen en gebeurtenissen, de gebruikte machines en de gevolgen voor de slachtoffers.
In de meeste gevallen bediende het slachtoffer de machine. De ongevallen ontstonden veelal na een bedoelde beweging van het slachtoffer binnen de gevarenzone van de machine. Het hieruit volgende letsel betrof met name de bovenste ledematen. Dit letsel was meestal vermoedelijk blijvend.
Deze informatiekaart is binnenkort beschikbaar op Leren voor Veiligheid.
Nieuwe informatiekaarten op basis van de MLvO-dataset worden binnen afzienbare tijd gepubliceerd. Ze zullen ieder een ander ongevalstype beschrijven. Daarnaast worden de bestaande MLvO-informatiekaarten geüpdatet zodra nieuwe gegevens over volgende jaargangen beschikbaar zijn.
Bron: RIVM
Werken is gezond. Werkenden hebben over het algemeen een betere gezondheid dan niet-werkenden. Toch is niet ieder werk even gezond. Jaarlijks overlijden ongeveer 4.000 (ex-)werknemers voortijdig als gevolg van ongezonde arbeidsomstandigheden. Dat zijn 11...
Werken is gezond. Werkenden hebben over het algemeen een betere gezondheid dan niet-werkenden. Toch is niet ieder werk even gezond. Jaarlijks overlijden ongeveer 4.000 (ex-)werknemers voortijdig als gevolg van ongezonde arbeidsomstandigheden. Dat zijn 11 mensen per dag. Verder worden jaarlijks naar schatting 13.000 werknemers arbeidsongeschikt door ongezond werk.
Blinde vlek
Ongezond werk is minder zichtbaar dan onveilig werk. Gezondheidsklachten door werk manifesteren zich vaak pas lang na de blootstelling en soms zelfs pas na het pensioen.
De 'Staat van gezond werk' vloeit voort uit de Staat van arbeidsveiligheid 2018. Een van de conclusies luidde toen dat het onderwerp beroepsziekten nog te veel een blinde vlek is. De 'Staat van gezond werk' brengt in kaart wat de omvang van het probleem is en hoe ongezond werk te voorkomen is. Verschillende relevante beroepsverenigingen hebben hun feedback gegeven op dit onderzoek.
Belangrijkste acties
- Breng risico's in kaart. Ken uw werkprocessen. Meet blootstelling, meet psychische of fysieke belasting.
- Investeer in verbetering van de arbeidsomstandigheden en concrete arbomaatregelen.
- Investeer in arbozorg. In verzuimbegeleiding maar vooral aan het voorkomen van uitval. Preventie loont.
- Investeer in de veiligheidscultuur, waarin gezond en veilig werken vanzelfsprekend is. Praat met elkaar over gezondheid en veiligheid op het werk.
- Zorg voor professionele arbo-kerndeskundigen. Zorg dat zij de juiste positie hebben.
- Betrek werknemersvertegenwoordigers actief bij het arbobeleid. Laat werknemers meedenken over mogelijke oplossingen.
- Praat als werknemersvertegenwoordigers regelmatig met de preventiemedewerker en de bedrijfsarts over gezonde werkomstandigheden.
- Investeer in kennis over gevaren, risico's en effectieve maatregelen in de bedrijfstak. Dit komt ten goede aan de gezondheid van álle werkenden in die bedrijfstak.
In het rapport worden PSA, Fysieke Belasting en Gevaarlijke stoffen als de drie grootste boosdoeners genoemd.
Lees het complete rapport 'Staat van gezond werk'
Bron: NLA
'De hardnekkigheid van onveilig gedrag. Gezondheid moet nog meer voorop staan. Eerlijk werk: als het te mooi lijkt om waar te zijn, dan is het meestal ook niet waar. Werk zorgt voor inkomen, doel, structuur, vreugde.' Vier observaties van de...
'De hardnekkigheid van onveilig gedrag. Gezondheid moet nog meer voorop staan. Eerlijk werk: als het te mooi lijkt om waar te zijn, dan is het meestal ook niet waar. Werk zorgt voor inkomen, doel, structuur, vreugde.'
Vier observaties van de Inspecteur-generaal van de Nederlandse Arbeidsinspectie in zijn jaarlijkse reflectie bij het Jaarverslag 2022 van de Arbeidsinspectie. Dit jaar gaat zijn reflectie in op de aspecten in de missie van de Arbeidsinspectie: veilig, gezond en eerlijk werk en bestaanszekerheid voor iedereen. Het jaarverslag noemt nog een aantal andere mijlpalen. Zo werd het einde van de programmaperiode 2019-2022 bereikt. En er werd een nieuw meerjarenplan gemaakt.
Klik voor meer informatie op de button rechtsboven.
Zorgmedewerkers met een langdurige vorm van covid kunnen een vergoeding van 15.000 euro per persoon krijgen. Dat heeft minister Conny Helder van Langdurige Zorg en Sport bekendgemaakt via een kamerbrief. De mensen die voor de vergoeding in aanmerking komen...
Zorgmedewerkers met een langdurige vorm van covid kunnen een vergoeding van 15.000 euro per persoon krijgen. Dat heeft minister Conny Helder van Langdurige Zorg en Sport bekendgemaakt via een kamerbrief.
De mensen die voor de vergoeding in aanmerking komen hebben in de eerste coronagolf in 2020 voor covidpatiënten gezorgd en zijn daardoor zelf ziek geworden.
Onzekere omstandigheden
Het kabinet erkent dat deze medewerkers in de eerste golf onder hoge druk en onzekere omstandigheden voor de patiënten hebben gezorgd.
"Inmiddels weten we dat er een kleine groep zorgmedewerkers is die daardoor niet meer kan werken, en dat heeft enorme impact op hun leven", schrijft Helder in een brief aan de Tweede Kamer. "Deze groep willen we ondersteunen."
Aansprakelijkheid
In de Kamerbrief benadrukt Helder dat de regeling niet wordt ingevoerd vanwege vermeende aansprakelijkheid van de Staat, maar omdat de regering 'een morele verplichting' voelt. Enige aansprakelijkheid ligt volgens de minister en een advies van de Raad van State bij de werk- of opdrachtgever van de zorgmedewerkers met long covid. Het kabinet streeft ernaar het aanvraagloket voor de regeling in september van dit jaar open te stellen.
De minister probeerde eerst in overleg met werkgevers- en werknemersorganisaties tot een oplossing te komen. Deze gesprekken zijn mislukt omdat de organisaties niet wilden meewerken. Vervolgens kondigde Helder in februari aan met een eigen regeling te komen.
Te laat
"Naar mijn inziens is dit wel te laat en te weinig", reageert ambulanceverpleegkundige Roy van Oorschot. Hij kreeg langdurige covid in de eerste coronagolf. "Het staat niet in verhouding met het leed wat we hebben ervaren. Ik heb maandelijks geld tekort. Nu nog steeds", vertelt Van Oorschot. "Die 15.000 euro is een welkome buffer voor de spaarrekening die leegloopt." Toch kan de vergoeding de schade volgens hem niet goedmaken. De kosten die hij heeft gemaakt om zijn hoofd boven water te houden is de 15.000 euro namelijk allang gepasseerd. Hij heeft het gevoel dat er niet genoeg verantwoordelijkheid genomen wordt door de overheid. "Het liefst hoop ik dat ze zeggen: we hebben fouten gemaakt en doen daar alles aan om dat goed te maken."
Vakbonden
Vakbonden FNV en CNV strijden al langer voor een financiële regeling voor de groep zorgmedewerkers die niet meer kunnen werken door langdurige coronaklachten. Vakbond FNV reageert dan ook: "Deze regeling was er niet gekomen zonder de constante druk van ons als FNV, het CNV en onze achterban." En ook volgens de FNV komt de regeling veel te laat. "Daarnaast is de tegemoetkomingsregeling voor een té kleine groep en het bedrag is té laag", zegt vicevoorzitter Kitty Jong. "De regeling doet totaal geen recht aan de morele plicht (ereschuld) die de politiek en de samenleving in de richting van zorgverleners hebben."
De vakbonden willen een vergoeding voor álle zorgmedewerkers die in 2020 covid kregen en daardoor hun baan zijn kwijtgeraakt, niet alleen het personeel uit de eerste golf. De medewerkers kregen destijds namelijk te horen dat beschermingsmiddelen als mondneusmaskers niet nodig waren, onder meer door een tekort aan mondkapjes.
"Als vakbond vragen we om 22.839 duizend euro als eerste tegemoetkoming", zegt Jong. De aangekondigde tegemoetkoming noemt ze 'al met al een zeer teleurstellende reactie van een falende minister die pal zou moeten staan voor de mensen die werken in de zorg, maar hen echter opnieuw in de kou laat staan'.
Bronnen: Rijksoverheid, RTL Nieuws en NRC
Sinds de start van de regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) op 1 januari 2023, zijn er zo’n 250 aanvragen voor een tegemoetkoming binnengekomen bij het Instituut Slachtoffers Beroepsziekten door Gevaarlijke stoffen (ISBG). Dit...
Sinds de start van de regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) op 1 januari 2023, zijn er zo’n 250 aanvragen voor een tegemoetkoming binnengekomen bij het Instituut Slachtoffers Beroepsziekten door Gevaarlijke stoffen (ISBG). Dit maakt directeur Jan Warning bekend ter gelegenheid van Workers’ Memorial Day.
Warning: “Het is belangrijk dat ons instituut goed gevonden wordt door mensen die ernstig ziek zijn geworden door hun werk. In veel gevallen hebben zij nog geen enkele vergoeding van hun werkgever ontvangen. Ik ben blij dat het ISBG al 250 mensen kan helpen.”
De TSB richt zich op dit moment op drie beroepsziekten: longkanker door asbest, allergisch beroepsastma en CSE (schilderziekte). Er hebben zich mensen met een keur aan beroepen gemeld. Dat zijn de vakmensen die vanouds met zware arbeidsomstandigheden worden geassocieerd, zoals de verfspuiter, timmerman of elektromonteur. Maar inmiddels hebben zich ook een archivaris en een predikant bij het ISBG gemeld, werk waarvan minder bekend is dat dit tot een ziekte leidt. Binnen afzienbare tijd zal het aantal beroepsziekten dat onder de TSB-regeling valt worden uitgebreid.
Longkanker door asbest meer aandacht nodig in de spreekkamer
Opmerkelijk is dat mensen met longkanker door asbest het ISBG minder weten te vinden, terwijl op basis van ervaringen in het buitenland was verwacht dat dit de grootste groep zou zijn. Waarschijnlijk heeft dat ermee te maken dat patiënten met longkanker zich er niet bewust van zijn dat hun ziekte mogelijk veroorzaakt is door een beroep dat zij in het verleden, vaak tientallen jaren geleden, hebben uitgeoefend. Warning: “Het arbeidsverleden van de patiënt komt in de spreekkamer vaak niet ter sprake. Mijn advies aan iedereen die longkanker heeft én in het verleden beroepsmatig met asbest te maken heeft gehad: praat er over met de arts en als er een vermoedelijk verband is, meldt u zich dan aan via de website van het ISBG.”
Achtergrond
De regeling TSB is het resultaat van het rapport ‘Stof tot nadenken. Stap vooruit, maak werk van preventie en erkenning’ dat de commissie Vergemakkelijking Schadeafhandeling Beroepsziekten in mei 2020 heeft gepresenteerd. Deze commissie was ingesteld door de minister van SZW en stond onder leiding van Ton Heerts. Vorig jaar is het landelijk expertisecentrum ter preventie van beroepsziekten door gevaarlijke stoffen (Lexces) opgericht.
Een speciale commissie zal de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid periodiek adviseren over de uitbreiding van de regeling.
Bron: Persbericht ISBG
Het wetenschappelijk onderbouwde BAR-instrument en de leidraad zijn bedoeld om de samenwerking tussen bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen te verbeteren. De HAN University of Applied Sciences en Amsterdam UMC voeren een...
Het wetenschappelijk onderbouwde BAR-instrument en de leidraad zijn bedoeld om de samenwerking tussen bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen te verbeteren. De HAN University of Applied Sciences en Amsterdam UMC voeren een haalbaarheidsonderzoek uit naar de ervaringen van professionals met het gebruik van BAR-instrument en -leidraad in de praktijk. Centraal staan de bruikbaarheid, begrijpelijkheid, toepasbaarheid van het BAR-instrument en de BAR-leidraad onder professionals betrokken bij het re-integratieproces en hoe tevreden zij zijn over het werken met BAR. Je kunt je nu aanmelden voor dit onderzoek.
Doe mee aan de haalbaarheidsstudie
Je kunt meedoen aan de haalbaarheidsstudie door het BAR-instrument te testen in jouw praktijk. Je bent dan een van de eersten die het BAR-instrument en -leidraad in de praktijk uitproberen. Je kunt feedback geven over wat wel en niet goed werkt en zo bijdragen aan een instrument en een leidraad die de dagelijkse praktijk echt ondersteunen.
Hoe werkt het?
Bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen (zowel privaat als publiek) en verzekeringsartsen gebruiken het BAR-instrument bij vier werknemers tijdens de re-integratie. Je volgt een online introductie op 15 mei van 15:00 tot 17:00 uur. Je krijgt dan een uitleg over BAR, over de ICF en die de mogelijkheid biedt om vragen te stellen. Na de introductie gaat u aan het werk met BAR-instrument en -leidraad.
Wil je voor aanmelding nagaan of je bij de introductie op 15 mei a.s. aanwezig kunt zijn?
Vervolg
Interview: vervolgens nodigen wij je uit voor een eenmalig interview van ongeveer 30 á 40 minuten waar we in gesprek gaan over jouw ervaringen met het BAR-instrument en de BAR-leidraad in de praktijk.
Focusgroep: in september volgt een groepsgesprek met een deel van de deelnemers, op uitnodiging. De onderzoekers en deelnemende professionals komen dan bij elkaar om de inzichten van het onderzoek te bespreken en te bepalen wat dit betekent voor de doorontwikkeling van BAR-instrument en -leidraad.
Waarom meedoen?
Je draagt bij aan verbetering van BAR-instrument en -leidraad.
Het levert accreditatie (PE) punten op.
Je wisselt inzichten uit met collega’s uit verschillende beroepsgroepen over werken binnen het re-integratieproces. Eerdere deelnemers aan BAR-onderzoeken gaven ons terug dit waardevol te vinden.
Je krijgt 80,- euro voor jouw deelname.
Meer informatie en aanmelden
Heb je interesse? Meld je dan via het online formulier aan.
Voor meer informatie kun je terecht op www.bar-project.nl of stel je vraag direct via e-mail aan onderzoeker: Donny Kreuger.
Bron: NVAB
Het laboratorium van OLVG gaat als eerste Europese instelling meerdere autonome robots inzetten die bloed gaan prikken. De bloedprikrobot combineert kunstmatige intelligentie, echogeleide 3D-reconstructie en robotica om helemaal zelfstandig bloed af te...
Het laboratorium van OLVG gaat als eerste Europese instelling meerdere autonome robots inzetten die bloed gaan prikken. De bloedprikrobot combineert kunstmatige intelligentie, echogeleide 3D-reconstructie en robotica om helemaal zelfstandig bloed af te nemen, van prikken tot pleister plakken. OLVG Lab en leverancier Vitestro werken sinds 2018 samen aan het project. De technologie is eerder getest in het OLVG ziekenhuis, met goede resultaten voor zowel patiënten als medewerkers.
Doorbraak
Bij OLVG zijn ze enthousiast over deze innovatieve ontwikkeling die goed past bij trends als thuismeten en de inzet van zelfmeetkiosken. Anja Leyte, directeur van OLVG Lab vertelt op de website van Vitestro: “Binnen de diagnostiek is robotisering een belangrijk thema. Het bloedafnameapparaat van Vitestro draagt bij aan het standaardiseren en optimaliseren van de afnameprocedure. En het helpt bij het oplossen van personeelstekorten op onze afdeling bloedafname. Nog belangrijker is dat de patiënten enthousiast zijn. Dat geldt ook voor ons team, dat ernaar uitkijkt deze doorbraak in de zorg toe te passen.”
Patiënten vinden de bloedprikrobots handig, onder meer omdat de gebruikte technologie intuïtief is. Ze kunnen er zelf voor kiezen om het apparaat hun bloed te laten afnemen en doorlopen de bloedafname geheel zelfstandig onder toezicht van een getrainde bloedafnamemedewerker. Deze nieuwe manier van bloedafname wordt een aanvulling op de gebruikelijke vorm van bloedprikken. De inzet van de apparaten zal bij OLVG uiteindelijk de werkdruk verlagen, waardoor de drukbezochte poli Bloedafname beter georganiseerd kan worden.
Bronnen: ICT Health en Skipr
De gezondheid van omwonenden van industrie verdient betere bescherming door bedrijven, lokale overheden en omgevingsdiensten. Zij gebruiken niet alle beschikbare middelen om de uitstoot van de industrie te verminderen en bedrijven te houden aan bestaande...
De gezondheid van omwonenden van industrie verdient betere bescherming door bedrijven, lokale overheden en omgevingsdiensten. Zij gebruiken niet alle beschikbare middelen om de uitstoot van de industrie te verminderen en bedrijven te houden aan bestaande normen en regelgeving. Ook toetsen zij gezondheidsrisico’s niet systematisch en hebben ze niet altijd een compleet beeld van de uitstoot. Dit stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het rapport ‘Industrie en Omwonenden’. Het onderzoek van de Raad begon bij Tata Steel in IJmuiden en werd later uitgebreid naar Chemours in Dordrecht en Asfalt Productie Nijmegen.
Wet en regelgeving beter benutten
Bedrijven zijn onderdeel van de samenleving. Zij dragen bij aan werkgelegenheid en produceren middelen die we dagelijks gebruiken. Bedrijven zijn aan regels gebonden voor de veiligheid van hun producten en de productie daarvan. Dit is vastgelegd in de wet en het stelsel van normering van de toegestane emissie, vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het doel van de wet- en regelgeving is de omwonenden te beschermen tegen de schadelijke effecten van de industrie. De drie onderzochte bedrijven verschillen onderling sterk in omvang en in impact op de omgeving. Wel ziet de Raad dat de drie onderzochte bedrijven doorgaans zelf weinig initiatief nemen om hun uitstoot meer te beperken dan is toegestaan in de vergunning. De eenzijdige focus op de vergunning is volgens de Onderzoeksraad kwetsbaar. Het is niet altijd voldoende om te zorgen dat de blootstelling van omwonenden aan schadelijke uitstoot laag genoeg blijft. Uitstoot die na technische aanpassingen overblijft wordt nu gezien als veilig, tenzij wordt aangetoond dat het onveilig is. De bewijslast om aan te tonen dat een stof vanaf een bepaalde concentratie schadelijk is, ligt bij de overheid. De Raad stelt vast dat de overheid vaak reactief reageert als gevolg van gebrek aan kennis, capaciteit en gevoel van urgentie. Zo kan schadelijke uitstoot lang voortduren.
Wantrouwen bij omwonenden
De Onderzoeksraad startte het onderzoek naar aanleiding van berichten van omwonenden. Hierin deelden zij hun zorgen over hun veiligheid en gezondheid vanwege de industrie in hun omgeving. Bij hun lokale overheid en het betreffende bedrijf kregen zij naar hun mening geen gehoor voor hun zorgen. Overheden en bedrijven weten niet altijd goed raad met de zorgen van omwonenden. Zij vervallen in procedurele antwoorden zoals “het bedrijf voldoet aan de vergunning”. Wanneer bewoners of media de druk verder opvoeren reageren overheden en bedrijven wel, maar niet op de manier waardoor omwonenden zich gehoord voelen en hun bezorgdheid vermindert. Nog steeds komen de gezondheidsrisico’s dan niet in beeld en komt er geen nieuwe aanpak om risico’s beter te beheersen. Het wantrouwen tegen de overheid en bedrijven wordt hierdoor gevoed.
Conclusies en aanbevelingen
De Raad constateert een reactieve houding van zowel bedrijven als overheden in de bescherming van de gezondheid van omwonenden tegen schadelijke industriële stoffen. De Raad stelt dat bedrijven de verantwoordelijkheid hebben om inzicht te geven in de bijdrage van hun uitstoot aan de gezondheidsrisico’s van omwonenden. Bedrijven moeten een actievere rol spelen in het delen van kennis over hun uitstoot en het verlagen van de uitstoot, ook als deze na verloop van tijd pas schadelijk blijkt te zijn. Lokale overheden en omgevingsdiensten moeten het huidige stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving beter inzetten om de gezondheid van omwonenden te beschermen. Hiervoor is een beter kennisniveau nodig om een gelijkwaardige gesprekspartner van de industrie te kunnen zijn, en een proactieve houding om de vergunning actueel te houden. Voor omwonenden telt wat de gevolgen zijn van de blootstelling aan schadelijke stoffen van uitstoot. Deze blootstelling moet volgens de Raad vertrekpunt zijn voor alle partijen. Dit is extra belangrijk bij stoffen die niet natuurlijk afbreken in de omgeving, want die blootstelling kan lang voortduren. Dat betekent dat vaker en meer systematisch moet worden vastgesteld waaraan omwonenden precies worden blootgesteld en welke gezondheidsrisico’s dat met zich meebrengt. Ten slotte roept de Raad de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat op om samen met het kabinet de lokale overheid te ondersteunen met onder andere kennis, capaciteit en uitvoerbare, eenduidige wetgeving.
Bron: OvV
Nu de krapte op de arbeidsmarkt aanhoudt, zetten bedrijven alles op alles om de beste vakmensen aan te trekken. Een goed salaris, een werkgarantie of een extra bonus: het kan niet op. Maar toch willen werknemers méér. Ze eisen steeds vaker een goede balans...
Nu de krapte op de arbeidsmarkt aanhoudt, zetten bedrijven alles op alles om de beste vakmensen aan te trekken. Een goed salaris, een werkgarantie of een extra bonus: het kan niet op. Maar toch willen werknemers méér. Ze eisen steeds vaker een goede balans tussen werk en privé.
Staalconcern Tata Steel in IJmuiden heeft bijvoorbeeld op dit moment ongeveer zeshonderd vacatures openstaan, vertellen zij aan NU.nl. Bij Tata Steel merken ze dat vooral academici en HBO'ers een betere verdeling willen tussen werk en privé. Zo is het mogelijk vier keer negen uur per dag te werken, deels ook thuis.
Werkloosheid daalt verder
De werkloosheid in ons land blijft maar dalen. In februari zaten zo'n 356.000 mensen zonder werk (CBS). Daar staan enkele honderdduizenden openstaande vacatures tegenover.
Deze krapte blijft volgens deskundigen nog wel tien tot twintig jaar aanhouden. Daarom moeten werkgevers alles uit de kast halen om personeel aan te trekken. Dat kan met bonussen, betere arbeidsvoorwaarden, maar ook door rekening te houden met andere eisen van werknemers, zoals een betere verdeling tussen werk en privé.
Bron: NU.nl
Op 6 juni vindt een reflectiebijeenkomst bijeenkomst plaats in het SER gebouw in Den Haag. Daar vragen we Arbodeskundigen vanuit 5 deskundigheden om te kijken naar: Wat doe jij nou om een RI&E compleet te krijgen? Hoe betrek je anderen erbij? Er is...
Op 6 juni vindt een reflectiebijeenkomst bijeenkomst plaats in het SER gebouw in Den Haag. Daar vragen we Arbodeskundigen vanuit 5 deskundigheden om te kijken naar:
Wat doe jij nou om een RI&E compleet te krijgen? Hoe betrek je anderen erbij?
Er is plaats voor 12 deelnemers per vereniging (bedrijfsartsen, arbeidshygiënisten, a&o-ers, ergonomen en veiligheidskundigen).
Heb je tijd en spreekt dit je aan?
6 juni vanaf 12 uur
Meer info?
Bel Ronald Frencken op 06 577 64 119
Een goede balans tussen werk en privé is erg belangrijk. Verstoring van die balans kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat mensen minder efficiënt en productief zijn, of meer irritaties en ruzies hebben. Zowel op het werk als thuis. Werkenden met een...
Een goede balans tussen werk en privé is erg belangrijk. Verstoring van die balans kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat mensen minder efficiënt en productief zijn, of meer irritaties en ruzies hebben. Zowel op het werk als thuis.
Werkenden met een verstoorde werk-privébalans kunnen klachten krijgen die tot ziekte en uitval kunnen leiden. Veel ontwikkelingen kwamen de afgelopen jaren in een stroomversnelling, van thuiswerken en mantelzorg tot de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Die ontwikkelingen hebben ook invloed op de werk-privébalans. Daarom is de richtlijn uit 2013 herzien, met actuele aanbevelingen voor het handelen van de vier kerndeskundigen: bedrijfsarts, arbeids- en organisatiedeskundige, veiligheidskundige en arbeidshygiënist.
Nieuw in de richtlijn
De resultaten uit de recente literatuur zijn verwerkt, en er zijn nieuwe onderdelen opgenomen in de richtlijn. In de herziene multidisciplinaire richtlijn staat onder andere:
- · welke onderwerpen ten aanzien van werk-privébalans in de RI&E thuis horen,
- · hoe je werk-privébalans opneemt in het PAGO/PMO,
- · welke preventieve organisatorische maatregelen geadviseerd kunnen worden,
- · welke adviezen er zijn voor individuele werkenden,
- · hoe je kunt adviseren over preventieve maatregelen voor thuiswerkers.
Naast de Richtlijn (ook te openen via de button 'Meer informatie' rechtsboven) is er ook een herzien Achtergronddocument gepubliceerd .
Dit dossier gaat over midden- en hoogspanning. In de praktijk wordt het begrip middenspanning gebruikt. Hiermee wordt dan een spanning van meer dan 1.000V wisselspanning tot maximaal 35.000 V (35 kV) wisselspanning bedoeld. De spanning daarboven wordt...
Dit dossier gaat over midden- en hoogspanning.
In de praktijk wordt het begrip middenspanning gebruikt. Hiermee wordt dan een spanning van meer dan 1.000V wisselspanning tot maximaal 35.000 V (35 kV) wisselspanning bedoeld. De spanning daarboven wordt dan als hoogspanning aangeduid. De term ‘middenspanning’ komt ook in productnormen voor, maar niet in de Arbowet.
Klik op de button Meer informatie hiernaast om het dossier in te zien.
Onlangs trad de NVAB officieel toe tot het bestuur van de Stichting PPM, de stichting die het Arbokennisnet mogelijk maakt. Arbokennisnet biedt letterlijk een schat aan arbokennis. 'Je vindt er dossiers met als vertrekpunt de multidisciplinaire samenwerking...
Onlangs trad de NVAB officieel toe tot het bestuur van de Stichting PPM, de stichting die het Arbokennisnet mogelijk maakt. Arbokennisnet biedt letterlijk een schat aan arbokennis. 'Je vindt er dossiers met als vertrekpunt de multidisciplinaire samenwerking tussen de vier kerndisciplines: arbeids- en bedrijfsgeneeskunde, arbeids- en organisatiekunde, arbeidshygiëne en veiligheidskunde.' Aldus het bericht op de NVAB-site.
Arbokennisnet-voorzitter Ronald Frencken en NVAB-directeur Gijsbert van Lomwel bezegelden de toetreding met een handdruk. Met Ernst Jurgens namens de NVAB is het bestuur van de stichting PPM compleet. Zo dragen alle kerndisciplines bij aan de onderlinge samenwerking, om met elkaar werkgevers en werknemers te helpen zo gezond en veilig mogelijk te werken.
Arbokennisnet actueel houden
De website van het Arbokennisnet heeft de afgelopen periode een volledige make-over gekregen en op de achtergrond werkt de webredactie aan actualisatie van de dossiers. Zo doen we er met de stichting PPM alles aan de informatie voor alle arbodeskundigen en andere geïnteresseerden relevant te houden.
Heb je suggesties?
Bijdragen en tips/suggesties van arbodeskundigen voor updates of nieuwe dossiers zijn altijd van harte welkom! Vul het contactformulier op Arbokennisnet in of stuur een e-mail.
Met de lancering van de Nederlandse Kankeratlas van IKNL, kan iedereen die dat wil inzicht krijgen in de impact van kanker per regio. De interactieve online atlas toont patronen van hoe vaak bepaalde kankersoorten ergens voorkomen (incidentie), gebaseerd op...
Met de lancering van de Nederlandse Kankeratlas van IKNL, kan iedereen die dat wil inzicht krijgen in de impact van kanker per regio. De interactieve online atlas toont patronen van hoe vaak bepaalde kankersoorten ergens voorkomen (incidentie), gebaseerd op waar mensen woonden toen ze de diagnose kregen.
Dit is door IKNL in kaart gebracht voor de 24 meest voorkomende kankersoorten in Nederland en voor al die kankersoorten samen. Voor een aantal van de kankersoorten is variatie per regio te zien en voor andere niet of nauwelijks. Voor alle kanker samen is nauwelijks variatie te zien tussen gebieden in Nederland.
Per regio, gebaseerd op de eerste drie cijfers van een postcode, wordt in de Kankeratlas aangegeven of het aantal diagnoses van een bepaalde kankersoort hoger is, lager of gelijk aan wat we verwachten op basis van het Nederlands gemiddelde. Waar mogelijk wordt in de Kankeratlas onder de knop ‘info kankersoorten’ aanvullende informatie per kankersoort gegeven over waar de variatie te zien is en waardoor de variatie kan komen.
Veel variatie in longkanker, huidkanker en baarmoederhalskanker
Een van de kankersoorten waarvoor we regionaal veel variatie in het aantal diagnoses zien is longkanker. Wat daarbij opvalt is dat in vrijwel alle grootstedelijke gebieden verschillen te zien zijn per wijk. Dit komt waarschijnlijk voornamelijk door verschillen in hoeveel mensen in het verleden hebben gerookt. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we, dat zo’n 80% van de longkankerdiagnoses veroorzaakt wordt door roken, zo’n 10% door luchtverontreiniging door bijvoorbeeld verkeer, houtstook en radon en van de andere 10% zijn de factoren nog onbekend.
Daarnaast laat IKNL in de Kankeratlas zien dat er in veel gebieden langs de kust meer huidkanker voorkomt dan gemiddeld in Nederland. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt door blootstelling aan een hoger aantal zonuren en sterkere zonkracht langs de kust.
Verder zien we in de atlas verschillen in hoe vaak baarmoederhalskanker voorkomt. Dat komt waarschijnlijk door het al dan niet meedoen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. In dit bevolkingsonderzoek is een voorstadium van baarmoederhalskanker relatief eenvoudig op te sporen en weg te halen, waardoor baarmoederhalskanker wordt voorkomen.
Versnellen onderzoek en stimuleren preventiebeleidsmaatregelen
‘Er is nog een lange weg te gaan om de redenen van alle geografische verschillen te begrijpen. Maar de atlas is ontworpen om inzicht te bieden en zo onderzoek te versnellen, vooral in de gebieden die dit het meest nodig hebben. Daarnaast kunnen er door de inzichten uit de Kankeratlas, bijvoorbeeld op het gebied van longkanker, huidkanker en baarmoederhalskanker, regionaal preventiebeleidsmaatregelen genomen worden om de impact van kanker te reduceren’, aldus Prof. dr. Valery Lemmens, onderzoeker, epidemioloog en bestuurder IKNL.
Voor de kerndeskundigen geeft deze kankeratlas inzicht in de externe invloeden op de gezondheid van medewerkers.
Bron: IKNL
De enige manier om de arbeidsgerelateerde zorg in de toekomst overeind te houden is publieke financiering van de opleiding tot bedrijfsarts. Voor de NVAB is er geen andere conclusie mogelijk nu volgens het Capaciteitsorgaan het tekort aan bedrijfsartsen...
De enige manier om de arbeidsgerelateerde zorg in de toekomst overeind te houden is publieke financiering van de opleiding tot bedrijfsarts. Voor de NVAB is er geen andere conclusie mogelijk nu volgens het Capaciteitsorgaan het tekort aan bedrijfsartsen blijft toenemen. ‘Het evenwicht is nu al niet meer binnen 10 jaar te herstellen. Blijven wachten op een wonder is gewoonweg niet te verantwoorden.’
In zijn nieuwste rapportage constateert het Capaciteitsorgaan voor de komende jaren een afnemend aanbod van bedrijfsartsen, vooral door pensionering. Hier staat een forse onvervulde vraag tegenover. En die neemt door onder meer langer doorwerken, een diverse beroepsbevolking en grotere kans op ziekte en ongevallen alleen maar verder toe. De conclusie ligt voor de hand: er moeten veel meer bedrijfsartsen worden opgeleid dan nu gebeurt. NVAB-voorzitter Boyd Thijssens: ‘Het pijnlijke is dat deze ontwikkelingen en conclusie identiek zijn aan die van de vorige rapportage uit 2019. Net als de constatering die het rapport eraan toevoegt: van de geadviseerde opleidingsaantallen wordt al jaren veel minder dan 50% gerealiseerd. Waar het advies nu uitkomt op jaarlijks minimaal 258 instromers, lag die in de praktijk de voorbije 3 jaar gemiddeld op 96. Dit kan zo niet doorgaan.’
Lees het volledige persbericht op de website van de NVAB
Iedereen heeft op de werkplek te maken met verlichting. In dit arbodossier wordt uitgegaan van verlichting voor normale werksituaties zoals bijvoorbeeld in kantoorgebouwen, scholen, ziekenhuizen en eenvoudige werkplaatsen. Klik op de button Meer...
Vanaf 1 januari 2023 is de regeling TSB van kracht. Wie tijdens het werk in aanraking is gekomen met bepaalde gevaarlijke stoffen en daardoor ziek is, heeft eenmalig recht op een financiële tegemoetkoming. De regeling geldt voorlopig alleen voor de ziekten...
Vanaf 1 januari 2023 is de regeling TSB van kracht. Wie tijdens het werk in aanraking is gekomen met bepaalde gevaarlijke stoffen en daardoor ziek is, heeft eenmalig recht op een financiële tegemoetkoming. De regeling geldt voorlopig alleen voor de ziekten longkanker door asbest, allergisch beroepsastma en CSE (schildersziekte).
De regeling is door de overheid ingesteld om erkenning te geven van het leed van slachtoffers van deze beroepsziekten en ter tegemoetkoming in de kosten. In 2023 bedraagt de volledige tegemoetkoming € 22.839,- netto.
De uitvoering van de regeling gebeurt door het Instituut Slachtoffers Beroepsziekten door Gevaarlijke stoffen (ISBG ). Meer informatie over de beoordeling van de aanvragen door het Deskundigenpanel is te vinden op de site van het Lexces.
Lees ook: Regeling tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten
De ‘Handreiking voor multidisciplinaire afstemming bij incidentbestrijding in wegtunnels’ reikt hulpverleningsdiensten en Rijkswaterstaat de hand bij wederzijdse afstemming bij het bestrijden van incidenten in tunnels. Aangepaste handreiking in...
De ‘Handreiking voor multidisciplinaire afstemming bij incidentbestrijding in wegtunnels’ reikt hulpverleningsdiensten en Rijkswaterstaat de hand bij wederzijdse afstemming bij het bestrijden van incidenten in tunnels.
Aangepaste handreiking in gezamenlijkheid ontwikkeld
Deze afstemming is van wezenlijk belang bij de incidentbestrijding in tunnels. De wetgever roept hier zelf toe op in de Wet en de Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels (beide Warvw en Rarvw, art. 7). In januari 2019 verscheen hiervan de eerste versie. De Handreiking voor multidisciplinaire afstemming bij incidentbestrijding in wegtunnels is door Rijkswaterstaat, meldkamer, veiligheidsregio’s, politie en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) gezamenlijk ontwikkeld.
Animatie ‘Sein veilig’ ontwikkeld
Ter verduidelijking van de basiskennis over incidentbestrijding in tunnels is de animatie ‘Sein veilig’ ontwikkeld. Deze animatie is niet alleen een verduidelijking van de basiskennis incidentbestrijding in tunnels maar ook een actualisatie. Na de verkenning door de brandweer wordt het zogenaamde ‘Sein veilig’ afgegeven, waarna de overige hulpdiensten de incidentbuis mogen betreden. 'Sein veilig' wordt alleen toegepast bij brand en/of gevaarlijke stoffen en wordt altijd per buis afgegeven door de brandweer.
De ontwikkeling van de animatie ‘Sein veilig’ is ook aanleiding geweest om een geactualiseerde versie van de handreiking te publiceren. In deze handreiking is de procedure ‘Sein veilig’ verwerkt, net als voortschrijdend inzicht dat in de afgelopen jaren is opgedaan.
Lees de complete Handreiking voor multidisciplinaire afstemming bij incidentbestrijding in wegtunnels
Bron: NIPV
Minder dan 20% van de werkgevers heeft aandacht voor werkomstandigheden van hun zwangere medewerkers. Dit blijkt uit onderzoek van bedrijfsarts Monique van Beukering. Op dinsdag 6 december promoveerde Van Beukering op haar proefschrift 'Healthy work in...
Minder dan 20% van de werkgevers heeft aandacht voor werkomstandigheden van hun zwangere medewerkers. Dit blijkt uit onderzoek van bedrijfsarts Monique van Beukering. Op dinsdag 6 december promoveerde Van Beukering op haar proefschrift 'Healthy work in pregnancy'. In Nederland werkt 9 van de 10 zwangere vrouwen tijdens hun eerste zwangerschap. De helft van hen verricht arbeid die niet altijd veilig is. Ze werken vooral in zorg en welzijn, gevolgd door pedagogische en dienstverlenende beroepen.
Ongeveer zeven op de honderd zwangere vrouwen in Nederland bevallen te vroeg, vóór 37 weken zwangerschap. Uit onderzoek van Van Beukering blijkt dat het risico op vroeggeboorte stijgt bij gezonde zwangere vrouwen die tijdens hun werk regelmatig 3 uur of langer staan, 5 tot 10 kilo of meer tillen of ander lichamelijk inspannend werk doen. Tien op de honderd van deze groep vrouwen krijgt te maken met een vroeggeboorte. Datzelfde risico hebben zwangeren die meer dan 40 uur per week werken.
Kwetsbaarheid werkende zwangeren
Uit het proefschrift: "In Nederland werkt 82% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd, in loondienst of als zelfstandige. Hoewel vergeleken bij andere landen in Nederland veel vrouwen in deeltijd werken, is ‘werk’ een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven van Nederlandse zwangeren: 9 van de 10 zwangere vrouwen werken tijdens hun eerste zwangerschap, gemiddeld 30 uur per week. Ze werken het meest in functies in zorg en welzijn, gevolgd door pedagogische en dienstverlenende beroepen. Het College voor de Rechten van de Mens heeft de afgelopen jaren in verschillende campagnes aandacht besteed aan de kwetsbaarheid van werkende zwangeren op de arbeidsmarkt. Meer dan 40% van de werkende vrouwen met een kind heeft te maken gehad met discriminatie vanwege zwangerschap of recent moederschap, ook wat betreft hun arbeidsomstandigheden."
Het onderzoek bestaat uit drie delen:
- De invloed van lichamelijke belasting en onregelmatige of lange werktijden op vroeggeboorte.
- Er zijn richtlijnen, maar volgen we die ook?
- Een app door de onderzoeksgroep ontwikkelde app zodat zwangeren zelf kunnen kijken hoe ze veilig kunnen werken en hoe ze hun werk kunnen aanpassen.
Preventief naar de bedrijfsarts
Naast aanbevelingen voor verder onderzoek doet dr. Van Beukering praktische aanbevelingen. Onder meer aan de werkende zwangeren zelf, om vroegtijdig de bedrijfsarts te vragen hoe ze hun werk veilig kunnen blijven doen tot aan het zwangerschapsverlof. En aan de bedrijfsgezondheidszorg om bedrijven en organisaties actief te motiveren een ‘zwangerschapsbeleid’ in te voeren, gebruikmakend van de richtlijnen van de SER en de NVAB.
Bron: NVAB
Vanwege een tekort aan bedrijfsartsen moeten zieke medewerkers van de Radboud Universiteit en het Radboudumc langer wachten op een afspraak. Het probleem moet begin 2023 zijn opgelost. Binnen het team van bedrijfsartsen van de Arbo- en Milieudienst (AMD),...
Vanwege een tekort aan bedrijfsartsen moeten zieke medewerkers van de Radboud Universiteit en het Radboudumc langer wachten op een afspraak. Het probleem moet begin 2023 zijn opgelost.
Binnen het team van bedrijfsartsen van de Arbo- en Milieudienst (AMD), die de Radboud Universiteit en het Radboudumc ondersteunen op Arbo-gebied, is er een onderbezetting. Het gaat om ruim 1 fte. Dat schrijft de AMD in de jaarrapportage. De dienst is de afgelopen maanden druk bezig geweest met werving om in 2023 weer op volledige sterkte te kunnen werken.
De wachttijd voor een afspraak met de bedrijfsarts is door het tekort opgelopen van twee naar drie weken. ‘Dat is uiteraard niet ideaal’, zegt universiteitswoordvoerder Martijn Gerritsen. ‘Vanwege een tekort aan bedrijfsartsen in Nederland speelt dit bij tal van organisaties. Als tijdelijke oplossing om tekorten op te vangen worden soms externe zzp’ers ingehuurd. Maar een structurele oplossing biedt dat niet. Bij spoedgevallen is de intentie van bedrijfsartsen overigens de wachttijd zoveel mogelijk te verkorten.’
De AMD werkt voor de Radboud Universiteit en het Radboudumc maar maakt geen onderdeel uit van de organisatie. Ze zijn echter wel gevestigd op het universiteitsterrein.
Werving en binding
De AMD heeft sinds de rapportage nieuwe mensen kunnen aantrekken maar er zijn nog een aantal openstaande vacatures vanwege structurele krapte op de arbeidsmarkt, laat Radboudumc-woordvoerder Maxim Linders weten. ‘We merken dat we als academisch ziekenhuis met een interne arbodienst aantrekkelijk zijn voor zij-instromers en artsen in opleiding, maar signaleren dat het moeilijk is om ervaren bedrijfsartsen aan te trekken. We zetten ons doorlopend in voor werving en binding van bedrijfsartsen.’
Linders geeft aan te verwachten begin 2023 weer op volle sterkte te zijn, waarna de wachttijd voor zieke medewerkers weer de normale twee weken moet worden. Ook wijzen de betrokken partijen op de andere mogelijkheden die de AMD aanbiedt. Martijn Gerritsen: ‘In veel gevallen kunnen medewerkers al eerder terecht bij de bedrijfsmaatschappelijk werker. Bijvoorbeeld als er sprake is van privé-gerelateerde thema’s als verlies en rouw of mantelzorg, en bij werkgerelateerde thema’s zoals balansvragen, milde stress- en spanningsklachten of hoge werkdruk.’
Medisch ondersteuner
Naast de inzet van de bedrijfsmaatschappelijk werker zijn er in sommige gevallen andere medisch ondersteuners, die bepaalde taken van de bedrijfsarts over kunnen nemen, zoals de arboverpleegkundige.
In de cijfers van 2021 is een lager ziekteverzuim van universiteitsmedewerkers te zien, vermoedelijk door het vele thuiswerken. ‘Het verzuim is tijdens de coronacrisis in zijn algemeenheid bij tal van organisaties omlaag gegaan, vermoedelijk door meer regelruimte van medewerkers. Dat was een positieve ontwikkeling’, aldus Martijn Gerritsen. Die verzuimcijfers lijken in 2022 weer te stijgen. Gerritsen: ‘Uiteraard heeft dat onze aandacht en zorg.’
Bron: Voxweb